Met de paasvakantie in zicht is het vast een leuk idee om eens paasschaapjes te bakken. Een fijne bezigheid samen met de kinderen, maar ook als er geen (kleine) kinderen meer zijn zullen de schaapjes met Pasen best wel smaken. Ze zijn niet moeilijk te maken en je kan ze in een goed gesloten doos zeker een week bewaren.
Nodig: (25 – 30 schaapjes)
Koekjesdeeg:
120 g zachte margarine geschikt om mee te bakken
80 g suiker
150 g tarwebloem
100 g havermeel
1 ei
1 koffielepel bakpoeder
Crumble:
20 g zachte margarine geschikt om mee te bakken
20 g rietsuiker
20 g bloem
20 g havermout
Afwerking:
1 ei
Mini chocoladedruppels of een klein stukje van een rozijn
Bereiding:
- Meng voor het koekjesdeeg de zachte margarine met de suiker, de bloem, het havermeel, bakpoeder en het ei. Vorm een bolletje en wikkel het in vershoudfolie. Plaats 1 uur in de koelkast.
- Maak de crumble door de zachte margarine te mengen met de rietsuiker, de bloem en de havermout tot een brokkelig deeg.
- Verwarm de oven voor op 180°C.
- Rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 0,5 cm. Strooi wat bloem op je werkvlak zodat het deeg er niet aan gaat vastplakken. Als het nodig is, kan je ook een beetje bloem op de deegrol doen.
- Steek met een vorm de schaapjes uit het deeg en schik ze op een bakplaat met bakpapier.
- Klop het ei los en strijk over de schaapjes.
- Strooi er wat crumble op en maak het oog met een mini chocoladedruppel of klein stukje rozijn.
- Plaats in de oven bak de schaapjes in ongeveer 10 tot 15 minuten. Als ze bruin beginnen te kleuren zijn ze genoeg gebakken.
- Neem van de bakplaat en laat afkoelen op een rooster.