Het hoofdgerecht is vrij klassiek. Met krokketjes en een stukje everzwijnfilet. Dit wordt gecombineerd met een appeltje gevuld met veenbessen en boterboontjes. Boterboontjes zijn minder gekend. Als je ze niet kan vinden, of je lust ze niet graag, vervang ze dan door prinsessenboontjes of andere groenten.
Nodig: (12 personen)
12 everzwijnfilets
12 appelen
1 zakje veenbessen (vers of diepvries)
Zoetstof: Zusto, sucralose, tagatesse … of suiker
2 kilo boterboontjes (vers of diepvries)
2 kleine uien
Kroketten
12 eetlepels vloeibare margarine
Peper en zout
Bereiding:
- Verwarm de oven voor op 180 °C.
- Maak de boterboontjes schoon.
- Pel de uien en snipper fijn.
- Verwarm 2 eetlepels margarine in een kookpot en fruit de ui.
- Voeg de boontjes toe en stoof ze gaar.
- Spoel de veenbessen, haal de slechte eruit, doe in een kookpot met enkele eetlepels water. Stoof ze tot moes. Breng op smaak met zoetstof of suiker.
- Schil de appeltjes, halveer ze en schik ze in een ovenschaal.
- Plaats in de oven en haal ze eruit als ze zacht zijn.
- Neem het vlees een kwartier voor je het bakt uit de koelkast.
- Verwarm de rest van de margarine in een ruime braadpan en bak hierin het vlees zoals je gasten het graag hebben.
- Bak als laatste de kroketjes.
- Schik op ieder bord een stukje everzwijnfilet, 2 appeltjes die je afwerkt met een lepel veenbessenmoes, boterboontjes en 3 kroketjes.