Bij deze feestmenu hebben we een gebakje voorzien. Een appelgebakje dat we extra lekker maken met een dun laagje frangipane. Het wordt afgewerkt met een bolletje ijs naar keuze. Je kan het taartje ook maken met peren, pruimen of maak verschillende taartjes zodat iedereen zijn favoriet kan kiezen. Uit een vel bladerdeeg krijg je meer dan 6 gebakjes. Werk je het deeg op, dan heb je de dag na het feest ook nog een feestelijk taartje.

Nodig: (6 porties)

1 vel bladerdeeg

3 appels

25 g bloemsuiker

25 g boter

25 g amandelpoeder

1 ei

10 g bloem

(Light) ijs naar keuze

1 droog koekje of speculaasje

 

Bereiding:

• Verwarm de oven voor op 180°C
• Steek uit het bladerdeeg rondjes die net iets groter zijn dan een halve appel. Leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat.
• Meng de boter, de bloemsuiker, de amandelpoeder, de bloem en een 1/2 ei tot een deegje.
• Smeer 1 koffielepel van het deegje op ieder bladerdeegrondje en blijf 1 cm van de rand.
• Was de appelen en droog ze af.
• Snijd ze doormidden en verwijder het klokhuis, het steeltje en het kroontje.
• Leg ze op een snijplank en snijd ze in, probeer hierbij de appel niet door te snijden.
• Leg een halve appel op het deeg.
• Klop het overgebleven halve ei op en bestrijk hiermee de randen van het bladerdeeg.
• Plaats in de oven en bak gedurende 15 minuten.
• Kruimel intussen het koekje.
• Haal de taartjes uit de oven, serveer warm samen met een bolletje ijs.
• Werk het bord af met enkele koekkruimels.

Je kan de appels ook geschild verwerken op het gebakje. Bestrijk de appel dan in met het opgeklopt ei net voor het taartje in de oven gaat.